Op een koude winterdag, 29 december 1846, ziet het plein voor het Dordtse stadhuis zwart van de mensen.
Er is een schavot opgericht. Het wachten is op vijf mannen die zijn veroordeeld voor een roofoverval
op een boer in Ridderkerk. Klokslag twaalf worden vier van hen opgehangen.
De vijfde heeft gratie gekregen, maar wordt ter plekke met een strop om de hals, als laatste waarschuwing,
gegeseld en gebrandmerkt. Daarna wacht hem opsluiting in een tuchthuis.
Het is de laatste doodstraf die in Dordrecht ten uitvoer is gebracht. De inzichten zijn aan het veranderen.
In 1854 wordt het aantal misdrijven waarvoor de doodstraf kan worden opgelegd bij wet sterk ingekrompen.
Na 1860 verleent de koning altijd gratie. In 1870 wordt de doodstraf uit het strafrecht geschrapt.
In 1943, tijdens de Tweede Wereldoorlog, is de doodstraf weer voor een korte tijd ingevoerd en ook voltrokken.
Sinds 1983 bepaalt de Grondwet dat de doodstraf niet kan worden opgelegd.

schavotberechting (21K)

Staat de Dordtse galg in de 19de eeuw bij het stadhuis, vóór 1800
is deze te vinden op een buitendijks gebied aan de Zwijndrechtse oever,
zoals deze gravure laat zien. Galgoord noemt men deze plek aan de overzijde
dan ook, waar Noord, Oude Maas en Merwede samenkomen. Al vanaf de
middeleeuwen worden veroordeelden hier gehangen. De Dordtse rechtbank
is van oudsher bevoegd de doodstraf op te leggen en het stadsbestuur heeft
een eigen beul in dienst die de executie uitvoert. Tot diens takenpakket
behoort ook het martelen van verdachten om hen een bekentenis te ontlokken.
Daarbij is hij wel aan spelregels gebonden, want het is niet de bedoeling dat
er bij het martelen doden vallen. Zowel doodstraf als marteling zijn
maatschappelijk onomstreden. De algemene opvatting is dat de beul gewoon
een ambtenaar is die werk doet dat gedaan moet worden. Daarnaast ontpopt
deze vakman zich nogal eens als deskundige op een ander terrein: patiënten
met botbreuken of ontwrichtingen laten zich liever door hem behandelen dan
door hun eigen arts. De beul als begaafd heelmeester.


Deze gravure van Pieter Bast uit 1596 laat zien dat de stadsgalg ruimte biedt aan wel een dozijn gehangenen.
Zo konden de lijken van de veroordeelden ter afschrikking zo lang mogelijk blijven hangen.
Er stond nog een tweede galg langs de rivier, iets verderop in de richting van Hendrik-Ido-Ambacht: de baljuwsgalg.
Strafzaken die spelen in de dorpen in de regio Dordrecht worden behandeld door de baljuw van Zuid-Holland.
Die heeft een eigen galg tot zijn beschikking, maar geen eigen beul.
Bij een executie schakelt hij de beul van Dordrecht in: de Drechtsteden-efficiency is ouder dan we denken.
hetgalgoordvandordt (41K)

Met dank aan Riny Benschop